Blog

25 februari 2013 | Pensioenen

Jorg Sauer Jorg Sauer Via mijn blog wil ik met jullie delen wat mij bezig houdt over diverse onderwerpen, maar ik wil jullie ook aanzetten tot nadenken en misschien wel een reactie ontlokken.
blog email jorg.sauer@vhp2.nl

Pensioenen

Deze maand vallen bij veel huishoudens brieven van verschillende pen-sioenfondsen op de deurmat waarin het besluit wordt vermeld om de op-gebouwde pensioenen per 1 april 2013 met een bepaald percentage te verlagen. Bij PME zal de korting 5,1 % bedragen, bij ABP 0,5 % en bij het Philips Pensioenfonds is geen korting nodig. Hoewel de voorgenomen verlaging door de pensioenfondsen en de media al sinds geruime tijd wordt gecommuniceerd,  gebeurt voor veel werknemers en gepensioneerden iets wat tot enige tijd geleden niemand voor denkbaar heeft gehouden.  Voor velen was de pensioenuitkering immers een onaantastbare zekerheid waarvoor zij samen met de werkgever hebben gespaard. Als VHP2 krijgen wij veel reacties van gepensioneerden die deze maatregel rechtstreeks in de portemonnee raakt. Deze mensen hebben geen begrip voor de maatregel en roepen ons als vakorganisatie op om daartegen in verweer te komen. Ik heb veel begrip voor de teleurstelling en boosheid van deze mensen. Ik leg aan hen wel de achtergronden van deze pensioenverlaging uit. De be-langrijkste factoren zijn de lage rekenrente waardoor fondsen gedwongen worden meer geld voor de toekomstige uitkeringen te reserveren. Sinds vorig jaar staat de overheid voor de verplichtingen op de langere termijn een andere rekenrente toe waardoor voor veel fondsen de dekkinggraad is verbeterd, maar voor velen niet genoeg. De andere factor is het feit dat de levensverwachting blijft stijgen. Ik zeg tegen deze mensen dat zij feitelijk premie hebben ingelegd voor een gemiddelde pensioenuitkering van x ja-ren, maar dat het ingelegde geld inmiddels over gemiddeld 3 á 4 extra jaren uitgekeerd moet worden. Ik zeg daar dan ook bij dat als bepaalde pensioen-fondsen het huidige uitkeringsniveau zouden handhaven de situatie niet denkbeeldig is dat over een niet al te lange termijn onvoldoende middelen beschikbaar zijn. Het gevolg daarvan is dat de dan pensioengerechtigden feitelijk de rekening betalen. De pensioenfederatie als vertegenwoordiger van de pensioenfondsen heeft overigens, voor diegene die daarin geïnteres-seerd is, in 2012 in een Position paper haar standpunt over het korten van pensioenen kenbaar gemaakt.  Dat brengt mij op de solidariteit tussen de generaties. Tot mijn grote teleur-stelling worden in de politieke discussie en in de media de verondersteld tegengestelde belangen tussen de verschillende generaties uitvergroot. In mijn optiek is dat onnodig en leidt dit ook nergens toe. Het is in mijn ogen wel terecht om de belangen van de verschillende generaties goed in ogen-schouw te nemen en de verwachte solidariteit tussen generaties zichtbaar te maken. Van de sociale partners waaronder de VHP2 wordt verwacht dat zij per 1 januari 2014 pensioenregelingen meer duurzaam  hebben ingericht. In dat kader zal de generatiesolidariteit zeker een onderwerp van gesprek vormen.