Achtergrond en context

Als VHP2 zijn wij in het leven geroepen om de belangen van onze leden te vertegenwoordigen. Dit betekent dat wij zo goed mogelijk de opvattingen, denkwijzen en de sociale positie van onze achterban voor ogen hebben als wij de belangen waarnemen. Belangen worden vertegenwoordigd op vele plaatsen. Centraal en decentraal en op verschillende niveaus in de samenleving. Meestal is dat overleg in bepaalde structuren gegoten. Wij maken onderscheid tussen:

1. Overleg tussen sociale partners.

Hier wordt het pakket aan afspraken gemaakt dat alle primaire en secun- daire arbeidsvoorwaarden omvat. Ook het overleg dat de VHP2 heeft op landelijk, provinciaal of regionaal niveau bij werkgelegenheidsprojecten, zoals het verlies van werkgelegenheid of het zoeken naar aanvullende of plaatsvervangende werkgelegenheid.

2. Overleg tussen de VHP2, sociale partners en de overheid

Om te komen tot afspraken op hoog niveau over beleid dat invloed heeft. Binnen vertegenwoordigende organen, de grotere vakorganisaties zoals de VCP, wordt door de VHP2 meebeslist over zaken als opleiding en scholing, pensioenen en verlofregelingen, inzetbaarheid en levensfasebewust personeelsbeleid.

3. Overleg en lobby op politiek niveau ten behoeve van de langere termijn.

Hier zijn de macht en invloed van de vakcentrales nodig. Zo is de VHP2 actief in de verschillende advies- en beleidsorganen van de VCP. De uitkomsten van dit overleg leiden tot wet- en regelgeving. Denk aan zaken als koopkracht, kinderbijslag, premies voor sociale verzekeringen, zorgtoeslagen, hypotheekrenteaftrek, studiefinanciering, e.d.

Historische achtergrond

De VHP2 is in 2009 ontstaan uit een fusie van de VHPP en de VHP Metalektro. De VHPP is in 1972 opgericht en komt voort uit de Vereniging van Hoger Personeel der N.V. Philips die in 1949 is opgericht. De VHP Metalektro werd in 1974 opgericht als Hoger Personeel MetalElektro (HPME). Op 1 januari 2014 is het ledenbestand van de VPP (Vereniging Professionals voor Professionals) overgegaan naar de VHP2.
Het is geen toeval dat beide verenigingen begin jaren zeventig zijn opgericht. In 1972 kwam in de Stichting van de Arbeid immers een akkoord tot stand, dat gekenmerkt werd door een grote nivellering van de inkomens. Hierdoor werden de hogere salarissen minder verhoogd dan de lagere lonen en salarissen. Door deze nivelleringstendens groeiden de verenigingen voor hoger personeel In een paar maanden en zag de Nederlandse Centrale Hoger Personeel (NCHP, later VHP) haar ledenaantal verdubbelen tot 25.000. Op 1 januari 1977 had de NCHP 34.467 leden.
Het aantal vrouwelijke vakbondsleden blijft stijgen; in de afgelopen 25 jaar is hun aantal zelfs bijna verdrievoudigd. Desondanks vormen ze in 2012 slechts een derde van het ledenbestand. In 2011 was ongeveer 20% van de werknemers lid van een vakbond.